Spieren, water, wind – 23.000 jaar malen en molens

In de inleiding stelt de auteur een logische vraag: “Zijn er nog niet genoeg molenboeken?” Kamphuis vindt van niet. De meeste molenboeken zijn kijkboeken of ze zijn gespecialiseerd in één bepaald onderwerp of geografisch gebied. De schrijver wil proberen de geschiedenis van het malen te achterhalen. Waar begon het, hoe begon het, wanneer begon het? Hoe vond verspreiding plaats, waren er autonome ontwikkelingen? Hoe en waar heeft de mens steeds weer nieuwe toepassingen gevonden? Aldus ontstond dit ‘brede’ of zo u wilt ‘complete’ molenboek, dat zich moeilijk in enkele regels laat samenvatten. Er is haast geen malend onderwerp te bedenken of het wordt besproken. In deze ‘molenbijbel’ met meer dan duizend foto’s en tekeningen, komen o.a. de volgende onderwerpen aan bod: malen in de prehistorie, door Grieken en Romeinen, in Amerika, Afrika en Azië; tredmolens, rosmolens, watermolens, schipmolens enz.,; actuele lijst (telling) van molens die ooit in de Zaanstreek stonden, een overzicht van rangen en salarissen in de Zaanse rijstpellerijen, het verschil in werkwijze tussen Zaanse en Groninger pelmolens, Cornelis van Uitgeest, Leeghwater, Symon Hulsebos, Simon Stevin en Leonardo da Vinci, de gruttersmolen, specerijmolen, kopermolen, trasmolen, kruitmolen, papiermolen, verfmolen, oliemolen, pelmolen, houtzaagmolen, hennepklopper enz.; molenstenen en molensteengroeven in Frankrijk, Duitsland, Zweden, Noorwegen en Groot-Brittannië en tot slot offshore windenergieparken Dit boek is het resultaat van meerdere jaren intensief speurwerk waarbij Jaap Kamphuis verschillende studiereizen heeft gemaakt en veel aandacht heeft besteed aan recent archeologisch onderzoek en afstudeerscripties.